Het overheidstoezicht op woningcorporaties moet krachtig en op afstand georganiseerd zijn. Dit stellen beleidsmedewerkers van de VROM-raad. Weliswaar zijn de woningcorporaties sinds de brutering in 1995 financieel verzelfstandigd en verantwoordelijk voor de eigen financiële continuïteit, er is geen sprake van privatisering.

De bestemmingsplicht van het nonprofitvermogen bleef namelijk gehandhaafd, waardoor de overheid de doelen van het woonbeleid blijven formuleren. En dat betekent dat commitment van corporaties aan de doelen van het rijksbeleid niet steeds hoeft te worden ingekocht. Wel moet er een kader komen waarin het publiek belang afgestemd wordt met het maatschappelijk ondernemerschap van de corporaties. De onderzoekers trekken deze conclusies na een vergelijking van twee rapporten aangaande de positie van woningcorporaties: die van de VROM-raad en die van de stuurgroep-Meijerink.

De onderzoekers concluderen dat visitatie niet de plaats van het toezicht kan overnemen, maar dat het wel een belangrijke input vormt voor woningtoezicht. Voorts stellen zij dat de prestaties van corporaties niet alleen een zaak zijn van het lokale niveau en dat er ruimte moet zijn voor ingrijpen van bovenaf wanneer lokale deals belangen op een hoger schaalniveau schaden.

Bron: B&G