Dasja Wickenhagen (35) is een bouwvrouw. Types zoals zij zie je maar weinig: met een voorliefde voor techniek, een studie bouwkunde op het cv én in het management van een bouwbedrijf. Ze is adjunct-directeur bij BAM Woningbouw, een van de grootste bouwbedrijven van Nederland. Als je ambitie toont, geen 9-tot-5-mentaliteit hebt en hard werkt, kom je er volgens Wickenhagen wel. Toch vormt zij een uitzondering, want de bouwwereld is nog altijd een mannenbolwerk.

Slechts één op de veertien werknemers in de uitvoerende bouw is vrouw. In totaal werken er 225 duizend mensen in de sector, onder wie ruim 16 duizend vrouwen. Het merendeel van die vrouwen heeft een administratieve functie.

Heidi van Limburg Stirum van Bouwnetwerk, een organisatie voor hoogopgeleide vrouwen in de bouw, wijt het geringe aantal vrouwen onder meer aan mannelijke leidinggevenden, die vrouwelijk talent onvoldoende herkennen. Ook hebben werkgevers moeite met deeltijdwerk.

Uit cijfers van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) blijkt wel dat het aantal vrouwen in de top van bouwbedrijven langzaam toeneemt. Waren het er in 1995 nog vijfhonderd, vorig jaar liep dit aantal op tot bijna vijftienhonderd. In de uitvoerende bouwsector, waarbij de wegen- en woningbouw horen, is de man-vrouwverhouding het scheefst. Minder dan 1 procent van de vrouwen zit in topfuncties. De meeste vrouwen hebben een baan als werkvoorbereider (40 procent) of calculator (12 procent).

Ook Dasja Wickenhagen is als werkvoorbereider begonnen bij BAM. Ze vindt het prettig met mannen samen te werken. ‘Op de bouwplaats word je als vrouw soms raar aangekeken, maar in het management zijn mannen duidelijker en rechtlijniger dan vrouwen. Bij een zakelijk conflict zal een vrouw zich sneller persoonlijk beledigd voelen, terwijl je met een man na afloop nog gewoon een biertje kunt drinken.’

Hoog opgeleide bouwvrouwen zijn er wél. In 2006 voltooiden ongeveer vierhonderd vrouwen een studie bouwkunde op universitair of hbo-niveau. ‘Aan de instroom ligt het niet’, zegt Van Limburg Stirum van Bouwnetwerk. ‘Jaarlijks beginnen redelijk veel meiden aan een technische opleiding aan de hogeschool of universiteit. Dat aantal ligt al jaren rond een kwart van het totale aantal studenten.’

Toch komen die meiden na afronding van hun studie niet snel hogerop. Volgens Van Limburg Stirum – zelf van huis uit architect – gaat het vaak al mis bij het sollicitatiegesprek. Mannelijke leidinggevenden hebben moeite vrouwelijk talent te herkennen. ‘Bij het eerste gesprek willen mannen zien dat je ambitieus bent’, zegt Van Limburg Stirum. ‘Vrouwen laten dat anders merken dan mannen, maar die signalen worden meestal niet opgepikt.’

Daarnaast valt er in de bedrijfscultuur van bouwbedrijven nog het nodige te verbeteren. In de laatste bouw-cao wordt voor het eerst gesproken over een ‘aanzet tot modern personeelsbeleid’, waarin ruimte is voor deeltijdwerken en telewerken.

Bouwnetwerk heeft in 2006 onderzoek gedaan naar de knelpunten en kansen bij de doorstroming van vrouwen. Daarop hebben twaalf grote bedrijven uit de branche, waaronder BAM en Arcadis, in 2008 een intentieverklaring getekend om meer vrouwen in het management te krijgen.

Ook bestaat er sinds juni een Ambassadeursnetwerk voor de Bouw, dat zich inzet om de doorstroming van vrouwen naar hogere en topfuncties te stimuleren. Dat netwerk wordt geleid door onder anderen Elco Brinkman, voorzitter van Bouwend Nederland, en minister van Verkeer en Waterstaat Camiel Eurlings.

‘We moeten af van de monocultuur ’, zei Eurlings bij de lancering van het Ambassadeursnetwerk. ‘Niet alleen voor vrouwen maar juist ook voor mannen is het belangrijk dat er meer vrouwen in de bouwbranche komen.’

Bron: De Volkskrant