Nu de woningmarkt steeds meer de kant uit gaat van een vraagmarkt en de wensen van verschillende groepen consumenten meer centraal staan, bestaat het gevaar dat er weer te veel `bulk` wordt gebouwd die later moeilijk verkoopbaar zal blijken te zijn.

Uit een recent onderzoek naar de bouwprogramma`s van gemeenten blijkt dat veel gemeenten de toekomstige krimp negeren en aan overplanning doen, waarbij ze te snel kiezen voor relatief kleine en goedkope starterswoningen. Deze zijn immers eenvoudiger afzetbaar en ze kunnen jongeren aan de gemeente binden. Volgens Michiel Pellenbarg, onderzoeker van advies- en ingenieursbureau DHV is dit een slechte ontwikkeling. Volgens hem heerst een zelfde soort `prisoner`s dilemma` als eerder bij de planning van bedrijfslocaties. Hoewel veel gemeenten een strijd voeren om starters en jongeren, zijn dit krimpende groepen. Voor de doorstroming is het verstandiger om te bouwen voor de middengroepen, en om meer rekening te houden met de woonwensen van senioren.

Wat Pellenbarg betreft zouden provincies hun rol als regisseur op de woningmarkt beter moeten oppakken. En datzelfde geldt voor ontwikkelaars. Zij moeten inzien dat de toekomst aan bouwpartijen is die inspelen op de toenemende diversiteit aan woonwensen van verschillende groepen burgers.

Bron: ROM