Verplichte CE-markering brengt verschuiving teweeg in de sector

De Vlaamse schrijnwerkers hebben momenteel nog voldoende werk. Toch zag een op vijf het orderboekje inkrimpen in de jongste maanden. 28% heeft de crisis al duidelijk aan den lijve ondervonden. Dit uit zich in het teruglopen van het aantal opdrachten. 5% van de werkgevers heeft de voorbije periode een beroep moeten doen op het systeem van de tijdelijke werkloosheid en 15% heeft mensen moeten ontslaan. Dat zijn de belangrijkste resultaten van de bevraging van Bouwunie bij 200 Vlaamse schrijnwerkers en interieurbouwers in het begin van september.

Hoe de sector het najaar van 2009 tegemoet ziet, was één van de hamvragen in de jaarlijkse sectorbevraging van Bouwunie. De crisis laat zich voelen maar nog niet heel hard, zo blijkt. 2 op 3 schrijnwerkers heeft nog voldoende werk, terwijl 4% te weinig opdrachten af te werken heeft en 28% zelfs te veel om handen heeft. 1 op 5 heeft een minder gevuld orderboekje dan in andere jaren en 14% van de ondervraagde bedrijven verwacht een duidelijke terugval van het werkvolume in de komende maanden. Bovendien denkt 2 op 3 schrijnwerkbedrijven die recent mensen hebben moeten ontslaan dat ze in de komende maanden opnieuw mensen moeten laten gaan. Toch ondervindt nog altijd 68% van de bedrijven die recent aanwervingen gedaan hebben, problemen bij het vinden van geschikt personeel. Goede vaklui zijn en blijven gegeerd.

Met deze resultaten scoort de schrijnwerksector niet zo slecht ten opzichte van andere sectoren. Maar in de wetenschap dat de bouwsector altijd later reageert op economische veranderingen, dat de schrijnwerkers pas na de ruwbouwfase in actie komen en dat er nog schokken op komst zijn omwille van de verslechterende arbeidsmarkt, ziet de nabije toekomst er toch niet meteen zo rooskleurig uit. De bouwsector heeft nog enkele moeilijke maanden voor de boeg. Een heropleving wordt immers pas in het najaar van 2010 verwacht. Dit zal in de volgende maanden ongetwijfeld nog een weerslag hebben op de sector van de schrijnwerkers en de interieurbouwers. Voor de verdere toekomst zijn de vooruitzichten alvast beter. De evolutie naar een groene economie en de verhoogde aandacht voor energiebesparing (o.a. gevolgen hebbend op het werkvolume aan isolatie en plaatsing van hoogrendementsglas) bieden gunstige toekomstperspectieven voor de bedrijven die dit soort werk doen.

De meeste schrijnwerkers zijn actief in diverse deelsegmenten. Gemiddeld oefenen ze 2,77 activiteiten uit. De top drie van activiteiten wordt aangevoerd door binnenschrijnwerk (75%) en verder aangevuld met buitenschrijnwerk (68%) en meubels en keukens (45%). De meeste klanten moeten gezocht worden op de particuliere markt. De renovatiemarkt blijft een markt waarop zowat alle schrijnwerkbedrijven (94%) actief zijn. 77% voert opdrachten uit in de particuliere nieuwbouw. Dat zijn er trouwens meer dan vorig jaar (72%). Ondertussen slabakt de projectmarkt. Dit is ook niet zo verwonderlijk aangezien de bedrijfsinvesteringen op een laag pitje branden. 27% van de schrijnwerkers is actief in dit marktsegment. Vorig jaar was dit nog 33%.

Schrijnwerkbedrijven moeten regelmatig investeren in de uitrusting van hun atelier (bv. in de aankoop van een schaafmachine, bovenfrees, paneelzaag, pennenbank, kantenverlijmer, opdeelzaag of ramencenter). 30% van de ondervraagde schrijnwerkers geeft aan concrete plannen te hebben voor de investering in een CNC-machine.

Inzake buitenschrijnwerk doet de nakende CE-markering wel wat bewegen in de sector. Vanaf 1 februari 2010 moet alle buitenschrijnwerk een CE-markering hebben. Ramen en deuren) krijgen pas een CE-markering als ze voldoen aan bepaalde normen die te maken hebben met waterdichtheid, minimale luchtdoorlatendheid en bestandheid tegen windbelasting. Om dat te verzekeren moet een raam- of deurtype vooraf getest zijn en moet er een controlesysteem bestaan bij de fabricage. Dit betekent dat de schrijnwerker zich moet informeren en zijn productie- en installatieproces moet aanpassen. 17% van de ondervraagde schrijnwerkbedrijven zegt nu al klaar te zijn om de CE-markering aan te brengen op zijn buitenschrijnwerk. 25% zal dit zijn tegen 1 februari. De rest, en dat is dus nog 58% !, waaronder vooral veel heel kleine bedrijven, gaat binnenkort geen ramen of deuren meer aanbieden of gaat ze voortaan bij een collega aankopen en enkel de plaatsing nog op zich nemen. Het zijn vooral de PVC- en aluminium-fabrikanten en assemblagebedrijven die de nodige stappen hebben ondernomen of zullen ondernemen om in orde te zijn met de CE-markering. Slechts 5,5% van hen stopt met zijn productie. Van diegenen die houten buitenschrijnwerk produceren, geeft maar liefst 22% er de brui aan.

Bron: Bouwunie