De Vlaamse regering past de renovatiepremie aan. Er zullen minder verbouwers in aanmerking komen voor de premie en het premiebedrag zal voor de meesten lager liggen. De nieuwe regeling gaat in vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Van de ene dag op de andere dus. Bouwunie vraagt een overgangsperiode. De renovatiepremie kan immers maar aangevraagd worden nadat de renovatiewerken zijn uitgevoerd. Heel wat verbouwers laten op dit moment renovatiewerken aan hun woning uitvoeren en rekenen op de renovatiepremie om hun budget daarvoor rond te krijgen. Als zij nu plotseling niet meer in aanmerking komen, zitten ze met een financieringsprobleem. De overgangsperiode moet toelaten dat iedereen die al een contract met zijn aannemer(s) afsloot om renovatiewerken uit te voeren, hiervoor nog een renovatiepremie met de op dat moment geldende voorwaarden kan aanvragen.

Voor elke categorie van werken (8 in totaal) is er nu een maximaal bedrag waarvoor de facturen aanvaard kunen worden: 3.750 euro voor sanitair, elektriciteit en trappen; 7.500 euro voor centrale verwarming; en 15.000 euro voor funderingen en muren, draagvloeren, daken en buitenschrijnwerk. Werken die te maken hebben met afwerking (gevelbekleding en –bepleistering, dekvloeren, wandtegels, binendeuren, 2de badkamer of toilet) komen niet meer in aanmerking voor de renovatiepremie. Het premiepercentage (30%) wordt beperkt tot 20% van de aanvaarde facturen voor personen wiens gezamenlijk belastbaar inkomen hoger ligt dan 26.680 euro (te verhogen met 1.390 euro per persoon ten laste) (en lager dan de maximale inkomensgrens van 53.350 euro).
Dit betekent dat het vereiste minimumbedrag aan facturen van 10.000 euro minder gemakkelijk bereikt wordt en dat er verschillende werken moeten uitgevoerd worden om het maximale premiebedrag van 10.000 euro te kunnen krijgen. Dit zal heel wat mensen tegenhouden of op z’n minst doen twijfelen over hun verbouwingsplannen. Het wordt op deze manier wel erg moeilijk om een substantiële renovatiepremie te krijgen. Nochtans gaat het om ingrijpende werken die in heel wat Vlaamse woningen noodzakelijk zijn. Op deze manier dreigt de regering de beoogde doelgroep helemaal niet meer te bereiken. Het gaat hier om een fundamenteel beleidsdomein (wonen), om een steun in de rug voor wie niet zo kapitaalkrachtig is (tot 10.000 euro) én voor woningen die dringend kwalitatief verbeterd moeten worden (als Vlaanderen de doelstellingen van 2020 wil behalen).

Bovendien geldt de nieuwe regeling vanaf de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad. Bouwunie stelt zich serieuze vragen bij deze werkwijze. De renovatiepremie kan immers maar aangevraagd worden nadat de renovatiewerken zijn uitgevoerd. Heel wat verbouwers gaan plotseling niet meer in aanmerking komen omdat de voorwaarden van de ene dag op de andere wijzigen. Ze mogen nog maar een gedeelte van hun facturen inbrengen en het premiepercentage zal voor de meesten nog maar 20% van de aanvaarde facturen bedragen i.p.v. 30%. Ze zitten bijgevolg met een financieringsprobleem. Een paar duizend euro scheelt een flinke slok op de borrel. Bouwunie vraagt de regering om voor de nieuwe regeling een voldoende ruime overgangsperiode in te voeren, bijvoorbeeld van zes maanden, om iedereen die nu verbouwingswerken laat uitvoeren, de kans te geven deze af te ronden, te laten factureren en daarvoor een renovatiepremie aan te vragen met de voorwaarden die golden bij het afsluiten van het contract met de aannemer(s).

Bron: Bouwunie