Secretaris-generaal Hans van der Vlist van het ministerie van VROM ziet ook in goede tijden de doelstelling jaarlijks 80.000 woningen te bouwen als veel te hoog gegrepen. Het in het regeerakkoord vastgelegde aantal is wat hem betreft slechts het resultaat van wensdenken.

“Als kabinet moet je oppassen cijfers te geven waar je niet over gaat”, aldus Van der Vlist in Den Haag tijdens een discussiebijeenkomst van Bouwend Nederland. “Over het aantal woningen gaan de kopers. Van overheidszijde kun je weinig meer doen dan stimuleren.” Van der Vlist constateert dat een jaar geleden het niet halen van de 80.000 woningen nog een doodzonde was. Door de crisis is het oordeel momenteel milder. “Het is een keuze om een getal te noemen zonder daarbij de Zwitsers te leveren”, reageert Jim Schuyt, directievoorzitter van corporatie De Alliantie uit Huizen. “We hebben het stimuleringsbeleid jaren geleden al overboord gezet en hebben nu alleen nog een streefcijfer.” Oud-minister Annemarie Jorritsma, burgemeester van Almere, bleek in Den Haag prima met politiek georiënteerde streefcijfers uit de voeten te kunnen. “Alleen moet je daar dan niet op afgerekend worden.” Voor secretaris-generaal Van der Vlist geldt dat de samenleving op het terrein van wonen bezig is tegen een fors probleem aan te lopen. De maatschappelijke vraag naar kwalitatief hoogwaardige woningen blijft ongebroken groot. Gelijktijdig kan de overheid niet dicteren waar verkocht wordt. Directeur Taco van Hoek van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid rekent voor dat het getal 80.000 niet geheel uit de lucht is gegrepen. Nog zo’n twintig jaar lang neemt in Nederland jaarlijks het aantal huishoudens met 55.000 toe. Tel daar bovenop een vervangingsprogramma van 25.000 en het getal van 80.000 is bereikt. “Als we de woningen niet gaan bouwen, zullen de prijzen gaan stijgen. Een vraag is of binnenstedelijk bouwen niet te duur is. We zullen keuzes moeten maken.”

Aanvalsplan
Van Hoek verdedigde in Den Haag zijn aanvalsplan tegen het scheefwonen. In de sociale woningbouw hebben 700.000 huishoudens met jaarinkomens boven de 33.000 euro onderdak. Een groep van 7 procent heeft zelfs meer dan 50.000 euro te besteden. Als 15 tot 20 procent van de woningmarkt van het slot gaat, komt 40 tot 70 miljard euro aan constante waarde vrij.

Bron: Cobouw