Installerend Nederland wil volgend jaar een garantiefonds beginnen om duurzame bouwprojecten vlot te trekken. Het gaat hier om projecten waarbij de installateur de verantwoordelijkheid draagt voor de levering van energie, iets wat steeds vaker voorkomt. Het fonds, dat zo’n 100 miljoen euro moet bevatten, dient als borgpotje voor banken en projectontwikkelaars. Zij durven nu nog té vaak hun geld niet te steken in energiebesparende maatregelen. Ook voor de overheid is volgens voorzitter Marcel Engels van branchevereniging Uneto-VNI een belangrijke rol weggelegd in het fonds.

In het bestaande beleidsprogramma ‘Schoon en Zuinig: nieuwe energie voor het klimaat’ staan de doelen van onze regering op het gebied van energiebesparing, duurzame energie en opslag van CO2 centraal. Schoon en Zuinig moet leiden tot 30% minder uitstoot van broeikasgassen in 2020 ten opzichte van 1990 en een verdubbeling van het tempo van energiebesparing naar 2% per jaar. Op dit moment komt 40% van de CO2-uitstoot voor rekening van huizen en gebouwen.

Duw in rug
Zoals het er nu uitziet, gaat minister Cramer (VROM) volgend jaar bekendmaken dat er extra maatregelen nodig zijn om de doelstellingen een flinke duw in de rug te geven, geloven verschillende partijen in de installatiebranche. We dreigen namelijk de boot op het gebied van duurzaamheid te missen. “In ons land is er, in tegenstelling tot Frankrijk en Duitsland, een enorme kloof tussen de overheid, financiële instellingen, kennisinstituten en het bedrijfsleven”, verzucht topman Edo van den Assem van technisch dienstverlener Cofely Nederland.

Energiebesparing
Daan van Vliet van Unica Installatiegroep valt hem bij: “Schoon en Zuinig is blijven steken in getallen. De overheid heeft nooit draagvlak gezocht voor de plannen. Er ontbreken ook regelingen die op de lange termijn duurzaamheid stimuleren. De bv Nederland heeft meer leiderschap nodig. Het gebrek daaraan zorgt ervoor dat mensen geen brood zien in energiebesparing. Grote investeerders, maar ook de gemiddelde burger, kijken alleen maar naar het hoge prijskaartje en niet naar wat het oplevert.”

Om de risico’s bij de uitvoering van duurzame werken, die een stuk meer kosten dan conventionele projecten, af te dekken, pleit de installatiebranche met partner Bouwend Nederland en enkele ‘groene’ banken voor een garantiefonds. Het fonds zal vergelijkbaar zijn met de Nationale Hypotheek Garantie; in dit geval dient de overheid echter de borgsom beschikbaar te stellen en de financiers (banken of projectontwikkelaars) betalen dan een premie per duurzaam project.

Grensverleggend
Pas als de aan de geldschieter beloofde energieprestaties niet worden waargemaakt, dan keert het fonds uit. “Dat zal echter naar verwachting maar voor 1% van de projecten gelden”, aldus Pieter Koenders van het beursgenoteerde Imtech. “Ook zullen bedrijven met de zekerheid van zo’n potje eerder experimenteren met innovatieve, grensverleggende technieken op grote schaal. Dit totaalconcept werkt voor ons in ieder geval al prima.”

Van den Assem meldt nog dat de totale grootte van het fonds (“met 100 miljoen euro kom je een heel eind”), uiteindelijk afhankelijk zal zijn van het doorzettingsvermogen van alle partijen. “Uiteindelijk moeten we samen de schouders eronder zetten, want zo komen we er niet.” En de potentiële blootstelling aan het fonds is gering. We hebben de risico’s doorgerekend bij drie grote proefprojecten, die een investering van enige honderden miljoenen met zich meebrengen. Daar is een garantiefonds van 5 miljoen euro al voldoende.”

Stoptrein
De bestuurders concluderen gezamenlijk dat doorpakken nu noodzakelijk is, ook om de werkgelegenheid in crisistijd zeker te stellen. Uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat het actief energiezuinig maken van woningen en gebouwen 17.000 extra banen oplevert, alleen al in de installatiebranche. Engels: “We moeten niet langer in de stoptrein stappen, noch in de intercity. Maar supersnel in de hsl!”

Bron: De Telegraaf