Veel stadsgezinnen staan voor het dilemma of ze de stad zullen verlaten of toch maar blijven. Ruim 40% van de gezinnen in grote steden denkt erover te verhuizen. 10% van de kinderen van 0 tot 4 jaar verlaat daadwerkelijk de stad. Het aantal kinderen in de stad is in 50 jaar enorm afgenomen. Een van de gevolgen is dat stadskinderen nauwelijks nog vriendjes in de buurt vinden.

Naar een vriendje een paar straten verderop gaan is gevaarlijk. Zo zijn er inmiddels twee keer zoveel auto`s als dat er kinderen zijn. `Straten zijn steeds meer een parkeerplaats geworden met een beperkte doorgangangsfunctie, met in de marge voor kinderen afgebakende plekken`, zeggen Lia Karsten en Carolien Bou in hun boek Stadskinderen. Een landelijke omgeving biedt ruimte en rust, maar heeft ook nadelen. Het kan er behoorlijk saai zijn en zonder auto kan je niet. Ook verstedelijkt het platteland, terwijl in steeds meer buurten in steden een `dorpse gemoedelijkheid` heerst, signaleert stadsscocioloog Arnold Reijndorp.

Karsten stelt op basis van recente wetenschappelijke publicaties vast dat de belangstelling voor stedelijk gezinswonen toeneemt. `Het suburbane ideaal is niet meer het enige gezinsideaal en met name niet voor de beter opgeleiden en de hogere inkomensgroepen.` In Amsterdam groeide deze categorie gezinnen van 15% naar 30% van het totaal aantal gezinnen in de stad.

Bron: Vrij Nederland