Het nieuwe grond- en pandendecreet van de Vlaamse regering kan de bouwsector liefst 4.000 jobs kosten.» Dat zeggen Olivier Carrette van de Beroepsvereniging van de Vastgoedsector en Marc Dillen van de Vlaamse Confederatie Bouw.

Het probleem zit hem in de sociale lasten. «Die bepalen dat de aannemers een deel van de gronden die ze al in bezit hebben, moeten aanwenden om sociale woningen op te bouwen», zegt Carrette. «Gronden waar al een andere bestemming voor was. In plaats van de zes geplande villa’s, mogen er bijvoorbeeld maar vier op, en dan nog die twee verplichte sociale woningen. De prijzen die de aannemers voor een sociale woning mogen vragen, liggen echter te laag. Ze zijn niet conform de markt. Het gevolg zal zijn dat de aannemers weigeren die huizen te bouwen. Er zullen daar maar vier villa’s gebouwd worden. En een kleiner project betekent dat je minder mensen in dienst moet hebben. De grond voor de twee sociale woningen zullen ze vervolgens verkopen aan de sociale huisvestingsmaatschappij -dat mag volgens het decreet. Wil je de sociale woningen niet bouwen, dan mag je de grond verkopen aan die partij.»

De oplossing? «Trek de maximumprijzen voor het zelf bouwen van sociale woningen op zodat het interessant wordt voor aannemers om die woningen te bouwen. En schaf de regel af dat het om gronden moet gaan die je als aannemer al in je bezit hebt. Laat ze hun projecten afwerken. Laat de regel gelden voor nieuwe gronden, dan kunnen de aannemers direct exact inschatten wat er met hun grond zal gebeuren.

(CSG)

Bron: Het Laatste Nieuws