De beurzen zijn gedaald met ongeveer de helft – mocht u het nog niet gemerkt hebben – en het onroerend goed zou wel eens kunnen volgen, zij het in mindere mate.

Miserie alom, voor de ene al erger dan voor de andere. Maar het is ook het ogenblik om na te gaan of we de pijn niet fiscaal kunnen verzachten.

Wie een patrimoniumvennootschap, heeft zou met de lagere waarden wel eens zijn voordeel kunnen doen. Zo’n vennootschap maakt het mogelijk om op het patrimonium dat men opbouwt lager belast te worden: onroerend goed kan afgeschreven worden, de beleggingen genieten de NIAaftrek, enzovoort.

Maar dat is voor een deel maar uitstel van belasting: als de vennootschap uiteindelijk ontbonden wordt, komt er een bijkomende aanslag, van 10procent en die wordt geheven op al wat het kapitaal overstijgt.

De heer en mevrouw Dhondt-Decat hebben destijds een vennootschap opgericht met een kapitaal van 500.000 euro. Beiden hebben er heel hun leven in gewerkt, en vorig jaar was dat vermogen 1.000.000 euro waard: allemaal beleggingen. De vennootschap heeft over het verschil (500.000 euro) al belasting betaald (34procent). Als het paar de vennootschap toen ontbonden had, dan betaalden ze nog eens 10procent over dat bedrag, dus 50.000 euro.

Nu de beurskoersen gedaald zijn, is ook het vermogen van de vennootschap verminderd. Veronderstel dat het vermogen nu nog maar 500.000 euro waard is. Dan kost het hun niets meer om de vennootschap te ontbinden, want het vermogen is gelijk aan wat ze destijds hebben ingebracht. Een geluk bij een ongeluk dus, en als de beurs opnieuw gaat stijgen (laten we aannemen dat dat ooit wel eens gebeurt) is die meerwaarde in principe belastingvrij.

Met onroerend goed is het iets ingewikkelder. Meestal zal dat afgeschreven zijn, en dan is er bij de uitkering ervan aan de aandeelhouders nog vennootschapsbelasting verschuldigd (25 tot 34procent), en op het saldo nog eens 10procent liquidatiebelasting.

Als het de gezinswoning betreft, kan meneer Dhondt die bij zijn overlijden wel aan mevrouw Decat overlaten zonder successierecht – althans als ze in Vlaanderen wonen. Dat is toch ook weer 0 tot 27procent gespaard, afhankelijk van de waarde ervan.

Let wel: op onroerend goed is ook registratierecht verschuldigd, maar als de vennootschap een BVBA is, kan dat soms vermeden worden (art. 129 W. Reg.).

Ook wie een buitenlandse vennootschap heeft, moet dringend eens aan het rekenen slaan. Als daar aandelen inzitten, zou de ontbinding van uw Luxemburgse, Panamese of BVI-vennootschap wel eens veel minder kunnen kosten dan een jaar geleden. Daarna kunt u de centjes gebruiken voor privé-doeleinden, op voorwaarde dat de oorsprong ervan koosjer is natuurlijk. Anders kan dit nog geregulariseerd worden bij de regularisatiecommissie.

Een laatste mogelijkheid: veronderstel dat vennootschap A aandelen heeft van vennootschap B. Vennootschap B heeft belegd in aandelen, maar die beleggingen zijn met de helft in waarde gedaald. Die minderwaarde is niet aftrekbaar, want minderwaarden op aandelen zijn niet aftrekbaar in België. Maar als het vermogen van B daardoor gedaald is tot beneden het kapitaal, en als B geliquideerd wordt, dan is de minderwaarde in die mate wel aftrekbaar bij vennootschap A!

Zo ziet u: de daling van de beurs kan fiscale opportuniteiten geven. Misschien moet u eens dringend een mailtje sturen naar uw boekhouder?

Rik Deblauwe is advocaat bij Tiberghien advocaten.

Bron: De Standaard